hoofdartikel artikelen
database > wetgeving > hygienenormen > Codex Alimentarius
Download download article

Nieuwsbrief Codex Alimentarius 2007-07

Inhoudsopgave
 35ste vergadering van het Codex Committee on Food Labelling (CCFL), 30 april t/m 4 mei 2007 te Ottawa (Canada)
 Inleiding
 Kaasstandaarden
 Global Strategy on Diet, Physical Activity and Health
 Etiketteringsvoorschriften diverse comités
 Organic/Biologisch
 Etikettering Genetisch Gemodificeerd
 Quantitative Declaration of Ingredients (QUID)
 Definitie reclame in relatie tot claims
 Modified Standardized Common Names
 Volgende bijeenkomst
 39ste vergadering van het Codex Comité voor Pesticide Residuen (CCPR), 7 t/m 12 mei 2007 te Beijing (China)
 Algemeen
 Voorgelegde punten uit andere Codex comités en CAC
 Verslag van de JMPR 2006
 Procedure voor het bekijken van een alternatieve GAP en werkafspraken tussen JMPR en CCPR
 Bespreking van ontwerp-residunormen en CXL's in de Codex stappenprocedure van diverse bestrijdingsmiddelen
 Herziening van de Codexclassificatie van producten
 Analysemethoden en aanverwante onderwerpen
 Residunormen voor verwerkte producten
 Vaststellen van prioriteitenlijsten van middelen
 Discussiedocument over de controle op Codex-residunormen
 Volgende vergadering CCPR
 Vooruitblik
In deze uitgave berichten wij u over de belangrijkste punten van diverse vergaderingen. Het betreft het Codex Comité voor de Etikettering van Levensmiddelen en het Codex Comité voor Residuen van Bestrijdingsmiddelen. De officiële verslagen van de bijeenkomsten vindt u op www.codexalimentarius.net

35ste vergadering van het Codex Committee on Food Labelling (CCFL), 30 april t/m 4 mei 2007 te Ottawa (Canada)

Inleiding

Deze bijeenkomst werd bijgewoond door 315 deelnemers, vertegenwoordigd uit 79 landen, 27 NGO's en de EU. Namens de EU waren er 18 landen aanwezig. Nederland was vertegenwoordigd door het ministerie van VWS en LNV. Tijdens en vóór de bijeenkomst hebben er een aantal EU-coördinatieoverleggen plaatsgevonden.

Kaasstandaarden

Als eerste stond de aanpassing van een serie kaasstandaarden op de agenda. De commissie had deze teruggestuurd naar de CCFL omdat daar vorig jaar geen consensus bleek te zijn over de noodzaak om het land van oorsprong (= productie) op kazen te zetten die in het verleden een geografische connotatie hadden (bijv Gouda of Cheddar) maar nu wereldwijd worden geproduceerd. Het opnemen van 'Country of Origin' in 16 kaasstandaarden wordt nu door de CCFL ondersteund waarbij de CCFL aangeeft dat het om een uitzonderlijke positie van deze kazen gaat. Het niet benoemen van het land van productie kan voor consumenten namelijk misleidend zijn.

Global Strategy on Diet, Physical Activity and Health

De WHO/FAO hebben zowel aan de CCNFSDU en de CCFL voorstellen gedaan voor acties die deze commissies kunnen ondernemen in het kader van de Global Strategy. Er was steun voor de Global Strategy, maar niet alle voorgestelde acties konden op steun rekenen van de CCFL. Besloten is om voor de volgende CCFL een werkgroep te organiseren die evalueert welke wijzigingen nodig zijn in de richtsnoeren voor voedingswaardedeclaratie en de algemene standaard voor etikettering. Deze werkgroep wordt geleid door Argentinië, Canada en Duitsland (tevens voorzitter van de CCNFSDU). De EC was iets onthand in stelling nemen op enkele onderwerpen, omdat de richtlijn etiketteren en voedingswaardedeclaratie op dit moment herzien worden en er nog geen besluit is genomen over verplicht stellen van bijvoorbeeld de voedingswaardedeclaratie.

Etiketteringsvoorschriften diverse comités

Vanuit andere comités zijn verschillende etiketteringsvoorschriften voorgelegd aan de CCFL:
De meeste daarvan zijn zonder discussie aanvaard. Er ontstond wel veel discussie over de standaard voor ingeblikte sardientjes (en sardientjesgelijke). In de CCFFP was na jaren en moeizaam compromis bereikt over de mogelijkheden om de sardiensoorten aan te duiden. Dat kan met vier verschillende kenmerken. Canada vindt dat te veel en stelde voor om het compromis verder te 'duiden' door aan te geven dat er maar twee kenmerken maximaal moeten worden gebruikt. Dit voorstel van Canada werd als ondermijning gezien van het moeizame bereikte compromis en heeft het niet gehaald. De voorstellen van de CCFFP werden daarom ongewijzigd ondersteund.

Organic/Biologisch

Op de agenda stond een lijst met additieven van niet agrarische oorsprong die mogen worden gebruikt in de biologische landbouw. Over een deel van de lijst was vorig jaar al consensus bereikt. Dit jaar stonden een aantal additieven en hun toepassingen ter discussie. Het lukte vrij vlot om de lijst af te ronden, alleen twee meest gevoelige onderwerpen, de nitrieten voor gebruik als conserveermiddel in vleeswaren en de fosfaten met als toepassing als stabilisator in een aantal zuivelproducten zijn doorgeschoven naar volgend jaar. De fosfaten worden onder meer gebruikt in de VS met name als stabilisator in natte kazen. Bij nitriet gebeurde dat op verzoek van de EU, omdat deze lidstaten zelf het gebruik van deze stoffen in de biologische landbouw gaat herzien.

De discussie over natural sodium nitrate (chilisalpeter) is stopgezet omdat na enkele jaren van discussie geen consensus over het gebruik hiervan als meststof in de biologische landbouw kon worden bereikt. De voorzitter benadrukte als pleister op de wond voor Chili dat de Codex richtlijn voor biologisch een indicatieve lijst is, die gebruikt kan worden als richtlijn omdat er stoffen op staan waar internationaal een hoge mate van consensus over is. Het is dus geen uitputtende lijst.
De aanvraag voor het gebruik van Ethyleen als rijpmiddel voor kiwi's, bananen en andere tropische vruchten wordt voortgezet. De EU is overigens tegen uitbreiding naar andere tropische vruchten.

Tot slot wordt op verzoek van Japan de vraag opgepakt of rotenon moet worden geschrapt van de lijst met bestrijdingsmiddelen of het gebruik ervan aan banden moet worden gelegd. Japan wijst op de giftigheid van dit middel voor onder meer vissen. De EU en de IFOAM hebben aangegeven dat het oppakken van dit dossier te steunen, maar het niet waarschijnlijk te achten dat het gebruik van het middel helemaal kan worden geschrapt, gezien het feit dat voor enkele toepassingen, onder andere in de teelt van druiven geen alternatieven bestaan.

Etikettering Genetisch Gemodificeerd

Punt van jarenlange discussie en gebrekkige voortgang is het opstellen van richtlijnen voor het etiketteren van producten die verkregen zijn door genetische technieken/modificatie (GM). Al geruime tijd wil de VS dit van de agenda hebben omdat er geen voortgang wordt geboekt. Verschillende fysieke en elektronische werkgroepen hebben zich inmiddels gebogen over de concept richtlijn, maar steeds zonder consensus te bereiken. De principiële uitgangspunten liggen daarvoor te ver uit elkaar. Met name Europa tilt zwaar aan het verplicht etiketteren van GM omdat men de consument de keus wil laten om GM te laten liggen. Onder meer de VS stelt dat eenmaal toegelaten producten veilig zijn en dat etikettering onnodig is als het product verder geen bijzondere eigenschappen heeft door de GM. Veel landen (met name ontwikkelingslanden) zagen de ontstane impasse als een probleem om dat daardoor geen enkele richtlijn van de grond kwam die deze landen juist nodig achten. Zij gaven aan richting van Codex nodig te hebben voor hun eigen wetgeving. De werkgroep die vorig jaar na veel discussie werd ingesteld kreeg de opdracht om te komen tot een overzicht van verschillende principes achter het wel of niet etiketteren. Deze werkgroep heeft het werk niet helemaal kunnen afronden. Reden voor de VS om wederom voor te stellen het onderwerp van de agenda te halen. Veel ontwikkelingslanden en de EU kwamen daar tegen in verzet en drongen aan op het verder doorspreken van principes achter het wel of niet etiketteren. Begin 2008 zal een fysieke werkgroep plaats hebben in Ghana over GM-etikettering die het werk van de vorige werkgroep voortzet.

Quantitative Declaration of Ingredients (QUID)

QUID wil zeggen dat je op het percentage van een ingrediënt declareert als je op je verpakking of in de naam nadruk legt op dat ingrediënt (bij Aardbeienyoghurt geef je in de ingrediënten declaratie aan hoeveel procent aardbeien er in gaan). Het is bedoeld om misleiding van de consument te voorkomen. Dit stond al in de algemene standaard, maar riep veel vragen op. (bijvoorbeeld ham in hamburgers ook declareren?) Jaren terug was daarom al een werkgroep ingesteld om het artikel te verduidelijken. Na veel discussie is daar in deze CCFL een compromis uit gekomen. Het compromis ligt dichter tegen de EU-regelgeving dan de oude tekst.

Definitie reclame in relatie tot claims

Na discussie is een nieuwe tekst doorgestuurd naar de Commissie voor stap 5.

Modified Standardized Common Names

Producten worden geregeld aangepast om bijvoorbeeld minder vet of minder suiker te bevatten. Gestandaardiseerde producten behouden dan vaak wel hun karakteristieke eigenschappen, maar ze voldoen niet meer geheel aan de standaard. Toch worden ze onder de gestandaardiseerde productnaam op de markt gezet. Vanuit gezondheidsperspectief is dat toe te juichen, maar er ontstaan wel problemen met de consistentie van de standaarden. Er komt een elektronische werkgroep o.l.v. Canada die dit probleem in kaart gaat brengen.

Volgende bijeenkomst

De volgende CCFL zal eind april/begin mei 2008 plaatsvinden.

39ste vergadering van het Codex Comité voor Pesticide Residuen (CCPR), 7 t/m 12 mei 2007 te Beijing (China)

Algemeen

De CCPR werd dit jaar door 199 deelnemers bijgewoond uit 52 landen, 7 internationale organisaties en de EU. Nederland werd vertegenwoordigd door het ministerie van VWS, LNV, VWA, RIVM en het Productschap Tuinbouw. De organisatie van het comité is sinds dit jaar in handen van China; alle voorgaande vergaderingen van de CCPR zijn door Nederland georganiseerd.

De opening van deze CCPR werd verricht door een afgevaardigde van de WHO en de vice-minister van het ministerie van Landbouw.
De standpunten van de Nederlandse delegatie worden verder zoveel mogelijk afgestemd in een vooroverleg voor deze CCPR. Over veel onderwerpen in deze vergadering wordt tevens van tevoren een EU geharmoniseerd standpunt vastgesteld. Ook ter plekke in Beijing wordt er tussen de lidstaten van de EU nog verder overlegd over het vaststellen van de gezamenlijke standpunten.

Voorgelegde punten uit andere Codex comités en CAC

Het Codex-secretariaat lichtte kort in de vergadering de genomen besluiten toe van de CAC (Codex Alimentarius Commission), die een relatie hadden met de CCPR. Dit betreft onder meer het accorderen van Codex residunormen in de Codexstappenprocedure. Vanuit het Codex Comité on General Principles (CCGP) was aangegeven dat de gebruikte 'periodic review procedure' (herevaluatie elke 15 jaar) van de bestrijdingsmiddelen herzien moet worden, vanwege aanpassingen in de werkwijze bij het vaststellen van de residunormen. Volgend jaar komt het Codex secretariaat met een tekst hiervoor.

Verslag van de JMPR 2006

Besproken zijn de algemene onderwerpen uit het JMPR-verslag van 2006. Dit betrof onder meer:
Op basis van afspraken in de vorige CCPR had de JMPR op verzoek van de CCPR voor het eerst op basis van een zogenaamd 'concern'-formulier enkele middelen opnieuw bekeken om te verifiëren of hun eerdere voorstellen nog aanpassing behoeven. In dit geval leverde de herevaluatie geen nieuwe inzichten op, zodat de voorstellen van de JMPR voor de middelen deltamethrin en indoxacarb ongewijzigd bleven. Landen kunnen zo'n formulier indienen en zo hun bezorgdheid uitspreken over een bepaald voorstel van de JMPR voor een residunorm.

Ook bekeek de JMPR voor het eerst op basis van afspraken in de CCPR van vorig jaar of mogelijk een alternatieve GAP bij een bepaalde middel/gewascombinatie acceptabel is, in het geval dat de meest kritische GAP niet acceptabel is, gebaseerd op innameberekeningen. Deze manier van een alternatieve GAP wordt nu standaard meegenomen door de JMPR tijdens de evaluatie van een middel.

Ook heeft de JMPR aandacht besteedt aan de onzekerheden bij de berekening van de IESTI (international estimated short term intake). Bij de berekening van de IESTI wordt nl. uitgegaan van een aantal innamen in de berekening. Een verdere verfijning van de berekening is in deze gewenst, aangezien dit tot een betere schatting van de innamen leidt. De JMPR beveelt in deze aan dat een aparte consultatie over dit onderwerp gewenst is. Ook zal er binnenkort een EFSA opinie verschijnen over dit onderwerp.

Procedure voor het bekijken van een alternatieve GAP en werkafspraken tussen JMPR en CCPR

De VS had een document opgesteld met daarin opgenomen een voorgestelde procedure voor het bekijken van een alternatieve GAP indien de eerste meer kritische GAP niet acceptabel is. Het is de bedoeling dat dit document duidelijke instructies aangeeft hoe e.e.a. aan te pakken. Aangezien dit document ook vooral de JMPR aangaat, wordt de voorgestelde procedure voorgelegd aan de JMPR en komt dit document volgend jaar weer terug op de agenda.

Verder had het WHO en FAO-secretariaat van de JMPR een document gemaakt om de werkafspraken tussen JMPR en CCPR uiteen te zetten met als uiteindelijke doel om het vaststellen van de Codex residunormen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. De vergadering kon zich goed vinden in dit document, waarin ook weer het vaststellen van de alternatieve GAP aan de orde kwam. Ook staat er bijvoorbeeld afspraken in over het uiterlijk indienen van een 'concern'-formulier bij de JMPR met achterliggende gegevens.

Bespreking van ontwerp-residunormen en CXL's in de Codex stappenprocedure van diverse bestrijdingsmiddelen

In de vergadering zijn ruim 50 bestrijdingsmiddelen besproken, waarbij voorstellen voor residunormen lagen in de Codex-stappenprocedure of omdat er een andere reden was om een betreffend middel te bespreken. Onder meer werd bij diverse middelen besloten om voorstellen naar een hogere stap in de stappenprocedure te brengen. Ook werd bij 1 middel (fentin) besloten om alle Codex-residunormen in te trekken aangezien het middel niet meer werd ondersteund door de producent.

Herziening van de Codexclassificatie van producten

De werkgroep onder leiding van Nederland en de VS heeft een plan van aanpak voor de herziening van de classificatie van gewassen/producten opgesteld. Dit plan gaat er vanuit dat per jaar enkele subgroepen van producten worden bekeken. Dit jaar waren er twee groepen uitgewerkt te weten bolgewassen en vruchtgroenten anders dan de cucurbitaceae.
In de toekomst is het idee om meer (zoals de huidige EU-wetgeving op dit punt ook werkt) per subgroep van gewassen een representatief product aan te wijzen, waarbij de vast te stellen residunorm voor dit product dan meteen kan gelden voor de gehele subgroep. Nu is het nog zo dat er voor elk product apart een residunorm wordt bepaald indien er gegevens zijn. Als er geen gegevens zijn dan wordt er geen residunorm vastgesteld.
Verder werd er bepaald dat pas aan het eind van de totale classificatie-indeling (in 2011 of 2012) de nieuwe indeling definitief wordt vastgesteld en ingevoerd. Het kan nl. dat tussentijds er nog producten van de ene (sub)groep naar de andere (sub)groep overgebracht worden, dus dan is het niet zinvol om alvast de classificatie bij bepaalde subgroepen vast te stellen.
Aangezien de voorgestelde indeling voor bolgewassen en vruchtgroenten vrij laat rond was gestuurd, wordt in een circulaire commentaar gevraagd over deze indeling aan de landen. Verder zijn er voor specerijen en gedroogde chilipepers alvast specifieke classificatiecodes vastgesteld in deze vergadering, aangezien er vorig jaar aparte residunormen voor deze producten zijn vastgesteld.

Analysemethoden en aanverwante onderwerpen

In de werkgroep analysemethoden is voorafgaand aan de plenaire vergadering gesproken over onderwerpen die samenhangen met de analyse van bestrijdingsmiddelen. Hoewel vorig jaar de richtsnoer voor het schatten van de meetonzekerheid bij de resultaten is afgerond, stond het onderwerp meetonzekerheid wederom op de agenda. Deze keer in de vorm van hoe om te gaan met de meetonzekerheid bij de analyse. De wens is dat ook hier een richtsnoer voor gaat komen.
Verder hebben diverse landen meegewerkt aan het beschikbaar stellen van de door hun gebruikte analysemethoden, zodat de werkgroep hier een lijst over kon opstellen en deze is beschikbaar voor alle landen.
Tot slot is er gesproken over de analyse van vetoplosbare bestrijdingsmiddelen in volle melk en melkvet. Hier was informatie over gevraagd aan de landen hoe ze hier mee omgaan. Aangezien maar een beperkt aantal landen hadden gereageerd op het verzoek om informatie, wordt nogmaals aan de landen om informatie op dit gebied gevraagd.

Residunormen voor verwerkte producten

Naar aanleiding van de discussie van vorig jaar in de CCPR is er wederom een document hierover opgesteld door de EU en de VS over de toegepaste praktijk in de diverse landen.
In grote lijnen komt het erop neer dat de diverse landen verschillend omgaan met de toepassing van residunormen voor verwerkte producten. De VS had een lijst van producten opgesteld, waarvoor zij vinden dat gegevens nodig zijn over de verwerking, alvorens tot residunormen voor verwerkte producten te komen. Dit is in principe een flexibele lijst.
De CCPR besloot om, vooruitlopend op de ontwikkeling van eventuele criteria en richtsnoeren voor het vaststellen van residunormen voor verwerkte producten, de bevindingen voor te leggen aan de JMPR voor commentaar. Dan kan er volgend jaar worden besloten hoe verder te gaan.

Vaststellen van prioriteitenlijsten van middelen

Voorafgaand aan de CCPR is een werkgroep prioriteiten bijeen geweest om de JMPR-programma's voor de komende jaren te bespreken. In de JMPR vindt de (her)evaluatie van bestrijdingsmiddelen plaats zowel op toxicologisch als op residugebied.
Het voorlopige schema tot 2012 is opgesteld en op basis van beschikbaarheid van gegevens en beschikbare ruimte in het schema worden de middelen ingedeeld voor bespreking door de JMPR. In ieder geval wordt de laatste jaren meer prioriteit gegeven aan de bespreking van nieuwe middelen ten opzichte van middelen die al langer op de markt zijn en toe zijn aan een periodieke (her)evaluatie. Middelen worden in principe elke 15 jaar opnieuw bekeken.
Het is de bedoeling dat er volgend jaar geen aparte werkgroep bijeenkomt voorafgaand aan de CCPR. Deze wordt vervangen door een elektronische werkgroep. Na de bespreking van de diverse middelen in de stappenprocedure (zie onder punt 4) kan dan het programma voor de JMPR verder worden aangepast, omdat er dan meer informatie beschikbaar is gekomen.

Discussiedocument over de controle op Codex-residunormen

De vice-voorzitter van de CCPR had een discussiedocument opgesteld over de controle op Codex-residunormen. Veel landen gaven aan dat er nog steeds handelsproblemen zijn tussen landen door het toepassen van andere residunormen dan die van de Codex. Al snel kwam er discussie of dit onderwerp wel onder het mandaat van dit comité valt, onder meer omdat dit probleem niet alleen bij residuen van toepassing is maar ook bij andere normen.
De CCPR kwam tot de conclusie dat deze discussie het beste teruggekoppeld kan worden aan de CAC en dat dan bekeken moet worden of dit een zaak voor Codex is of dat de landen dit bijvoorbeeld zelf moeten aankaarten bij de WTO.

Volgende vergadering CCPR

De volgende vergadering zal in april 2008 in Beijing, China, plaatsvinden.

Vooruitblik

In de volgende uitgave is er uitgebreid aandacht aan de Codex Alimentarius Commission.

Kijk voor meer informatie over diverse Codex comités op www.codexalimentarius.nl of www.codexalimentarius.net (Engelstalig).
Redactie: Tanja Åkesson - Codex Secretariaat, Ministerie van LNV, 070-3784045.

forumGeef uw reactie op dit artikel
Alle velden zijn verplicht. Uw persoonlijke informatie wordt niet op de site geplaatst. Hyfoma levert geen machines, maar verwijst alleen naar de bedrijven die de machines leveren. De meeste genoemde bedrijven leveren alleen machines voor de voedselindustrie en produceren geen voedsel.

Naam: Email:
Functie: Bedrijf: